Als je neurodivergent bent (o.a. ASS en/of ADHD), verwerken je hersenen prikkels op een andere manier dan neurotypische mensen. Wat voor de één ruis op de achtergrond is, kan voor jou keihard binnenkomen.
Je kan extreem gevoelig voor geluid, licht, aanraking, geur of smaak. Een tikkende klok kan je uit je concentratie halen. Een coltrui voelt alsof je stikt. Een parfumlucht maakt je misselijk. Tegelijkertijd kan je ook ondergevoelig zijn voor prikkels: het is moeilijk om honger of pijn te voelen, botsen vaak tegen meubels aan, of zoeken druk op hun lijf – bijvoorbeeld via strakke kleding of stevige knuffels.
Emotionele en lichamelijke prikkels
De manier waarop je voelt is niet alleen zintuiglijk, maar ook intern. De proprioceptieve prikkels vertellen je waar je lichaam is in de ruimte, of je rechtop zit, hoeveel kracht je moet gebruiken om de deksel te openen. De interoceptieve prikkels vertellen je dat je dorst hebt, dat je blaas vol is of dat je het warm hebt. Ook dát systeem werkt bij neurodivergente mensen vaak net anders.
En dan is er nog het voelen van emoties – bij jezelf én bij anderen. Veel neurodivergente mensen voelen intens, met snelle stemmingswisselingen. Door de snelheid van je ervaren emoties, weet je vaak achteraf pas, wat je nou echt voelde in het gesprek. Daarnaast ben je ook gevoelig voor emoties van anderen. Je kunt de sfeer in een kamer oppikken voordat iemand ook maar iets zegt. Dat is prachtig – een soort menselijke bullshit-radar – maar ook uitputtend.
Prikkels zijn niet consistent en stapelen
Een veelvoorkomend misverstand: dat overprikkeling komt door één specifieke trigger. In werkelijkheid gaat het om de optelsom. Hoe “vol” is jouw emmer vandaag? Op een goede dag kun je veel hebben. Op een slechte dag stroomt je emmer al over bij het kleinste geluid.
Prikkels werken niet altijd logisch. Je eigen harde muziek kan rustgevend zijn, terwijl het zachte getik van een klok je tot waanzin drijft. Dezelfde prikkel kan de ene keer prima zijn, en de andere keer de druppel die de emmer doet overlopen. Je bent geen aansteller; je neurologische paden werken anders.
Van overprikkeling naar schuldgevoel (en weer terug)
Als je overprikkeld raakt, reageer je vaak op een manier waar je later spijt van hebt: kortaf, snauwend, of je sluit jezelf helemaal af (bewust of onbewust). Dat schuldgevoel – vooral naar mensen die je lief zijn – vult je emmer de volgende dag alweer een beetje bij voor je wakker wordt. En zo beland je al snel in een vicieuze cirkel.
De buitenwereld snapt het niet altijd
Wie geen last heeft van prikkelgevoeligheid, kan zich daar maar moeilijk een voorstelling van maken. Je gedrag wordt al snel gelabeld als aanstellerig, overgevoelig of dramatisch. Terwijl het vaak een vorm is van overleven – je probeert op jouw manier het leven hanteerbaar te houden.
Als dat intuïtieve gedrag herhaaldelijk wordt afgekeurd, leer je af om op jezelf te vertrouwen. Je zoekt steeds vaker buiten jezelf naar wat ‘normaal’ is. Maar wat je dan eigenlijk doet, is structureel over je grenzen gaan. Met alle gevolgen van dien – een burn-out ligt altijd op de loer.
Ik ben Ilona Scheper, GZ-psycholoog in mijn praktijk Neurodivergentie in de de Praktijk, met een passie voor neurodivergentie. Vanuit praktijk én ervaring schrijf ik over hoe het écht voelt om neurodivergent te zijn – en hoe we elkaar beter kunnen begrijpen. Meer lezen? Volg me op LinkedIn of neem een kijkje op www.neurodivergentieindepraktijk.nl/blog