Als protocollen leidend worden in therapie

Gepubliceerd op 30 september 2025 om 19:20

Afgelopen zondag was er een interessante uitzending van Zembla over de keerzijde van het aanbieden van een standaard behandeling, volgens protocollen, waar niet van afgeweken wordt. Dit raakte mij, want in mijn jarenlange ervaring als therapeut heb ik vaak cliënten meegemaakt met een onjuiste of onvolledige diagnose waardoor zij onvoldoende begrepen waren en de therapie minder effectief was of zelfs schadelijk was.

 

We doen als behandelaren allemaal ons best om mensen te helpen en zeker niet te schaden. Op het moment dat een behandeling niet effectief blijkt te zijn, terwijl de geboden protocollaire behandeling wel effectief zou moeten zijn, worden mensen niet altijd verder geholpen, maar soms de deur gewezen, vaak door de tijdsdruk en gebrek aan verdere vergoeding van de zorgverzekeraars. Cliënten ervaren het als persoonlijk falen als een behandeling niet werkt. Terwijl er vele factoren kunnen zijn, waarom het aangeboden protocol niet werkte. 

 

Wanneer je erg overtuigd bent van je geboden behandeling, loop je het risico om je cliënt uit het oog te verliezen en alle “tegenstand” toe te schrijven aan interpersoonlijke factoren van de cliënt zelf.  Je loopt het risico om schade toe te brengen aan je, vaak al kwetsbare cliënt. Dat kan leiden tot verergering en toename van klachten, met mogelijk zelfs suïcidale klachten. Een cliënt is, na een slechte ervaring met therapie, minder geneigd opnieuw psychische hulp te zoeken, juist op het moment dat de klachten verergerd zijn. Voor wie toch weer hulp zoekt, moet er als therapeut extra hard gewerkt worden om een veilige behandelrelatie op te bouwen voor de cliënt. 

 

Ik pleit ervoor dat wij als psychologen blijven bij de basis van ons vak. Namelijk werken vanuit een goede behandelrelatie met je cliënt. Een goede psychologische behandeling begint bij een goed beeld van de cliënt als persoon, de klacht, de functie en de betekenis van het klachtgedrag voor je cliënt. Op basis hiervan kan je,  passende interventies voorstellen voor behandeling. Dit gebeurt in consensus met je cliënt.  Zonder een goede analyse en zonder overeenstemming met je cliënt, zal een behandeling niet effectief zijn. In het ergste geval kan het zelfs schadelijk voor de cliënt zijn. Helaas heb ik te vaak ervaren, dat psychologen vanuit de genoemde klacht van cliënt, meteen een protocol uit de kast halen. En nu ik de Zembla uitzending over het therapietrauma heb gezien, lijkt het erop dat dit op grote schaal gebeurt. De neurodivergente cliëntengroep (cliënten met o.a.  ASS en/of ADHD) loopt een groter risico op beschadiging, door deze onzorgvuldige werkwijze.

 

Gedrag en emoties hebben een functie, niks is goed of fout. Als jouw perceptie van een prikkel, die neutraal wordt ervaren in het dagelijks leven, door andere mensen, een probleem voor jou oplevert, kan exposure of EMDR een goede geprotocolleerde interventie zijn. EMDR en exposure zijn mooie middelen om angst en trauma te behandelen, middelen die ik regelmatig effectief toepas, mits ze passen bij de functie van het ongewenste gedrag. Exposure is nooit een doel op zich in de behandeling.

 

Angst en/of vermijding kunnen heel nuttig zijn. Emotie geeft ons lichaam een signaal, angst is het signaal voor gevaar. In betreffende Zembla uitzending spreken ze van het tonen van een nep wapen van een getraumatiseerde client, door o.a. wapengeweld, om maximale exposure te verkrijgen, en die angst te behandelen. Iedereen die een wapen ziet, voelt in eerste instantie angst en het lichaam zegt: wegwezen. Het vermijden van wapens is de perfecte coping om te overleven. De angst voor een wapen is dus niet ongewenst gedrag, maar gewenst gedrag. Gewenst gedrag verdient bekrachtiging en moet zeker niet volledig gedesensitiseerd worden.  

 

Bij Neurodivergente cliënten gaat dit regelmatig mis. Kenmerkend van neurodivergentie is prikkelgevoeligheid, wat zich vaak uit in angstklachten. Een belangrijk behandeldoel voor mensen met ASS en/of ADHD is het leren herkennen van prikkels en het leren omgaan met je prikkelgevoeligheid. Wanneer je eerst naar de functie van het gedrag kijkt, zal je er achter kunnen komen dat er sprake is van prikkelgevoeligheid en overweldiging door de prikkels. Die lijken op bv. een paniekaanval, maar dat is het niet. Het doseren van prikkels, mede door prikkels deels te vermijden is dan een goede interventie. Wanneer je exposure zou toepassen bij overprikkeling, zullen de angstklachten alleen maar toenemen, met een mogelijk psychotrauma tot gevolg. In de praktijk komt het ook vaak voor dat de cliënt ‘weigert’ de exposure opdrachten te doen, of niet meer naar therapie komt. Helaas gaat dit vaak gepaard met de overtuiging dat er echt iets mis met hen is, omdat ze niet geholpen kunnen worden.   

 

Wij psychologen, dienen te alle tijden kritisch te blijven nadenken en waken voor het klakkeloos overnemen van analyses en indicaties. Na het zien van deze aflevering van Zembla is mijn oproep voor ons als psychologen, dat we te alle tijde eerst consensus zoeken, met onze cliënt, ook als je de behandeling overneemt. Wij hebben als psychologen de verantwoordelijkheid voor de behandelkwaliteit en voor onze cliënten, ook als je ze maar 1x zal zien. Deze verantwoordelijkheid weegt soms zwaar in tijden van administratieve en financiële druk, maar is ook de reden dat ik en vele met mij kozen voor dit vak. Vertrouw op je kennis en jezelf als instrument, neem de tijd voor de juiste analyses en een passend behandelplan voor je cliënt. Protocollen zijn hulpmiddelen, geen einddoelen. Schroom niet om hulp in te roepen bij collega’s met specialistische kennis. Uiteindelijk doen we het allemaal voor onze cliënten.

 

 

Ilona Scheper

GZ-psycholoog 

Neurodivergentie in Praktijk

www.neurodivergentieindepraktijk.nl

 

30 september 2025

 

 

 Link aflevering Zembla: Het therapietrauma https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/zondag-in-zembla-het-therapietrauma